In de loop der jaren zijn wij ons gaan specialiseren in het opnemen en herplaatsen van moeilijk plaatsbare- of zogenaamde probleemkatten. Voor het merendeel zijn dit zwerfkatten, maar vaak ook katten die afkomstig zijn van een eigenaar, de zogenaamde ‘afstandskatten’. In drukke tijden worden gewone of probleemloze katten minder snel door ons opgenomen en in de regel doorgestuurd naar andere beschikbare opvangmogelijkheden. De op te nemen katten komen voornamelijk uit de regio Alkmaar. Als er voldoende plaats is bij Stichting Zwerfdier, dan worden ook katten van buiten de regio opgenomen.

Stichting Zwerfdier kan in haar asiel (inclusief quarantaineruimte en ziekenboeg) maximaal 120 katten huisvesten.

Het kattenopvangcentrum van Stichting Zwerfdier is in eerste instantie bedoeld voor de opvang van zwerfkatten uit de regio Noord-Kennemerland. Het gaat om Alkmaar en de omliggende dorpen en steden. Het opvangen van katten uit de rest van Nederland is voor Stichting Zwerfdier ondoenlijk. Ons asiel heeft ondanks het moderne ruime pand altijd een tekort aan plaats of een teveel aan katten……

Zwerfkatten die door ons worden opgenomen zijn meestal oudere katten, aangereden katten, katten die er slecht uitzien of katten met gedragsproblemen. Wij nemen ook katten op die om een speciale reden niet op straat kunnen blijven omdat zij zich niet kunnen redden. Dit zijn meestal kleine katjes en zieke katten. Zwangere poezen, gevonden moederpoezen met nest en aangereden of anderszins gewonde katten worden altijd opgenomen.
Afstandskatten (katten waar de eigenaar afstand van doet) die door ons worden overgenomen zijn meestal katten met een gedragsprobleem zoals onzindelijk, angstig of agressief gedrag. Het kunnen ook katten zijn met een medisch probleem. In die gevallen gaat het vaak om katten waarvan de eigenaren het “niet meer zien zitten” met de kat. Ook oude katten of katten waarvan de eigenaar is komen te overlijden of uit huis is gezet, behoren tot onze gasten. Stichting Zwerfdier gaat ervan uit dat alle dieren, hoe moeilijk dat soms ook is, een kans moeten krijgen om opnieuw geplaatst te worden.

Stichting Zwerfdier kan vrijwel altijd nieuwe vrijwilligers gebruiken. Wanneer u zich aanmeldt, maken wij eerst een afspraak met u voor een
kennismakingsgesprek en krijgt u vervolgens een kleine rondleiding. Wij verwachten van onze vrijwilligers dat ze zich houden aan de gemaakte afspraken. Dat wil dus zeggen wél vrijwillig maar niet vrijblijvend! Wij zoeken daarom enthousiaste en verantwoordelijke kattenliefhebbers, die een of twee dagdelen per week tijd hebben en ouder zijn dan 18 jaar.

Het gaat om onbetaald vrijwilligerswerk.

Wie zoeken wij?

Natuurlijk mensen die veel van katten houden en ook nog van schoonmaken! De katten bij Zwerfdier wonen in verschillende verblijven. Elke vrijwilliger krijgt één of twee verblijven aangewezen waar schoongemaakt moet worden. De werkzaamheden bestaan uit het schoonmaken van de kattenbakken, kooien en etensbakjes, de vloeren worden geveegd en gedweild. Daarnaast geeft u de katten aandacht, liefde en verzorging, zoals kammen, aaien en wat keuvelen. Verder geeft u de kat wat te eten en u let meteen op hoe het met de verschillende katten gaat. U bent op dat moment de ogen, oren en neus voor de beheerders en schrijft dan ook in het logboek wat uw bevindingen zijn van elke kat of u overlegt met de beheerders als u iets ziet wat niet goed is.
Wij zoeken mensen die geheel zelfstandig kunnen werken. Voor mensen met een lichamelijke handicap of mensen die meer begeleiding nodig hebben is het werken bij onze stichting niet geschikt, want het werk is zwaarder dan het op het eerste gezicht misschien lijkt.

We beginnen ’s morgens om 9.00 uur met gezamenlijk koffie of thee drinken en om even door te nemen hoe het met de katten gaat. Wanneer u aan het einde van de ochtend klaar bent schrijft u uw verslagje, kletst nog even na en drinkt nog wat. U wordt altijd eerst ingewerkt door één van onze vaste vrijwilligers en loopt een paar keer mee om ervaring op te doen. Kortom: u werkt na een tijdje zelfstandig en draagt dan ook een beetje de verantwoordelijkheid voor de katten die u verzorgt.

Knuffelen

Naast vrijwilligers voor het schoonmaken en verzorgen van de opgevangen katten, zoeken wij ook mensen die willen komen knuffelen met katten. Hiervoor zoeken wij mensen die gewend zijn om met katten om te gaan en ook niet bang zijn aangelegd. Het is de bedoeling dat alle opgenomen katten wat extra aandacht krijgen zolang ze bij ons in de opname zitten. Vooral de schuwe katten en de jonge katjes vragen extra aandacht.
Als er voldoende knuffelaars zijn, willen we ook graag knuffelaars inzetten bij de pensionkatten, zodat zij ook wat extra aandacht krijgen zolang ze bij ons logeren. Iedere knuffelaar krijgt per middag een vaste kamer toegewezen. Ook in dit geval zoeken we mensen die geheel zelfstandig kunnen werken. De knuffelaars werken ’s middags van half 2 tot 4 uur.

Meer weten?

Neem even contact met ons op voor meer informatie of een afspraak.

Ons asiel is niet kieskeurig bij de toelating van katten. In de loop der jaren zijn wij ons gaan specialiseren in het opnemen en herplaatsen van moeilijk plaatsbare- of zogenaamde probleemkatten. Jong of oud, schuw of nieuwsgierig, gezond of ziek, alle katten zijn van harte welkom. Uiteraard proberen wij de katten die bij ons wonen weer op te lappen, zodat ze na verloop van tijd weer kans maken op een fijn plekje in een gezin of een ander geschikt huis.

Ons ruime toelatingsbeleid heeft wel als consequentie dat een groot aantal katten langere tijd bij ons verblijft. Sommigen wonen hier al jaren en zullen hier ook de rest van hun leven blijven. Er zijn veel redenen waarom katten niet zo gemakkelijk geplaatst kunnen worden: te oud, ziek, de kat blijft erg schuw of zelfs agressief naar mensen toe, is (soms) onzindelijk, de kat vertoont ander afwijkend gedrag of komt simpelweg niet tot zijn recht in een normaal (kleiner) asielverblijf.

Dit alles brengt hoge kosten met zich mee, en daarom hebben wij het Adoptieplan in het leven geroepen. Onze stichting wordt namelijk maar zeer beperkt gesubsidieerd en dus moeten we op andere manieren voor inkomsten zorgen. Het Adoptieplan is er één van. Met de opbrengsten van dit plan kunnen we katten die anders tussen de wal en het schip vallen, bij ons laten wonen en volledig verzorgen. Als het nodig is de rest van hun leven.

Neem meteen een kijkje bij onze adoptiekatten.

Als u bij ons een kat adopteert, steunt u ons en zorgt u er voor dat wij deze moeilijk plaatsbare katten kunnen blijven opvangen. Maar er staat uiteraard ook iets tegenover:

• U ontvangt ons kwartaalblad ‘Zwerver’ (digitaal of per post).
• U ontvangt na aanmelding een welkomstbrief met een foto en informatie over uw adoptiekat.
• Daarna krijgt u drie maal per jaar een brief over het wel en wee van uw adoptiekat, met een paar foto’s.
• Twee keer per jaar stellen wij het adoptieverblijf, dat normaal gesproken gesloten blijft, open voor onze adoptanten, zodat zij een bezoekje kunnen brengen aan hun adoptiekat.

Er wonen meer dan 20 adoptiekatten in het adoptieverblijf. Het zijn stuk voor stuk heel verschillende katten met heel verschillende verhalen. Veel van onze bewoners hebben een verleden waarin mensen niet zo’n mooie rol hebben gespeeld, of waarin het baasje is overleden of opgenomen in een verpleeghuis. Soms hebben ze lange tijd rondgezworven. Gelukkig voor de katten is de ellende achter de rug en zijn ze nu in goede handen. Sommige katten zullen altijd in ons adoptieverblijf blijven wonen, anderen vinden toch nog een eigen huisje waar ze welkom zijn. Dat laatste is waar iedereen hier zich elke dag voor inzet, want al is het adoptieverblijf nog zo mooi, en het personeel nog zo lief, het is en blijft de op één na beste oplossing! Gelukkig worden de meeste katten ook nog gesteund door één of meerdere adoptanten. Uw steun is hard nodig, zonder hulp van onze adoptanten zouden we niet voor de katten kunnen doen wat we nu doen.

Maak kennis met onze adoptiekatten.

Een kat eet wanneer hij/zij trek heeft. Zorg er daarom altijd voor dat er eten voor de kat klaar staat. Een jonge kat heeft nog 3 maaltijden per dag nodig. Als de kat ouder is dan 6 maanden kunt u overgaan op 2 voedingen per dag. Een volwassen kat heeft genoeg aan 1 à 2 voedingen per dag. Oude(re) katten kunt u beter wat vaker wat kleinere hoeveelheden voeding geven. Bij oudere katten kunt u het best overschakelen op voeding speciaal voor senioren, dit spaart de nieren.

Geef de kat het liefst kant en klare voeding uit blik of in brok. U kunt de voeding zelf samenstellen, maar vaak ontbreken dan belangrijke vitamines of mineralen. In blik- of brokvoeding zit alles wat de kat nodig heeft. Blikvoer vindt de kat vaak lekker, maar het bestaat wel voor 80% uit water. Brokjes zijn compacter en door het knabbelen op brokjes blijft het gebit ook wat langer schoon. Geef brokjes als hoofdmaaltijd en geef blikvoer als een lekkernijtje. De kat vindt gekookte kip of vis soms ook lekker.

Katten kunnen moeilijke eters zijn. Probeer uit wat de kat het lekkerst vindt en waar de kat goede ontlasting op produceert. Als u dit heeft uitgevonden dan kunt u de kat het best op deze voeding houden. Wisselen van voeding kan diarreeklachten veroorzaken. Als u het aangebroken blikvoer in de koelkast bewaart, zorg dan dat u het voer eerst op kamertemperatuur laat komen voor u het aan de kat geeft. Te koude voeding kan diarreeklachten veroorzaken.

Bij voorkeur water

Geef uw kat bij voorkeur water te drinken. Melk of melkproducten (ook de speciale kattenmelk) kunnen diarree veroorzaken. Geef een kat met zwakke darmen nooit melkproducten. Wilt u toch melk geven, dan kunt u beter volle melk of koffieroom geven dan halfvolle of met water verdunde melk. Hoe vetter de melk is, hoe beter de kat het kan verteren.

Bij opvallend veel drinken: naar de dierenarts

Een kat zie je niet vaak water drinken. Drinkt een kat wel opvallend veel water, dan is er toch echt iets aan de hand. Veel drinken kan bijvoorbeeld wijzen op nierfalen of suikerziekte. Ga in geval van veel drinken met de kat langs de dierenarts. De dierenarts zal wat bloed afnemen voor onderzoek en op die manier de oorzaak van het vele drinken kunnen vaststellen.

In de commerciële voedingen, zoals blik en brokken, zit alles wat de kat nodig heeft. Het toevoegen van vitamines en mineralen zijn daarom overbodig. U kunt door het toevoegen van vitamines zelfs meer kwaad doen dan goed. Bent u bang dat uw kat van het een of het ander toch te weinig krijgt, vraag dan uw dierenarts om advies.

De ervaring leert dat diarree en niezen de meest voorkomende klachten bij verhuizing/overplaatsing zijn. Wat kunt u hieraan doen? Vaak begint de kat tien tot veertien dagen na de overplaatsing wat te niezen. Een enkele nies of een enkele niesbui is nog niet zo verontrustend als vaak wordt gedacht. Zolang de kat goed blijft eten en drinken en zich niet ziek gedraagt, kunt u rustig afwachten. Vaak gaat het na een aantal dagen vanzelf weer over. In de volgende gevallen, is het wel van belang om contact op te nemen met Zwerfdier en een bezoek aan de dierenarts te brengen:

• De klachten houden langer dan een paar dagen aan of uw kat maakt een zieke indruk
• Uw kat wil niet meer eten of drinken
• Uw kat heeft een vieze neus of uitvloeiing uit het oog of gaat erg speekselen

Wat we na overplaatsing ook nogal eens tegen komen zijn diarreeklachten. Dit komt vaak door stress en andere voeding. Voor de behandeling hiervan kunt u even kijken bij de veelgestelde vraag over diarree.

Heeft uw kat diarree en maakt hij verder geen zieke indruk, dan kunt u de kat het beste een dag of twee op licht verteerbaar voedsel zetten (gekookte kip of vis). Diarree (al dan niet met bloedspoortjes) kan wijzen op een wormbesmetting of op een darmontsteking. Een druppeltje bloed in de ontlasting is niet zo erg, als het maar niet te veel is of te vaak voorkomt. Gaat het na een dag of twee met aangepaste voeding weer goed met de ontlasting, schakel dan weer langzaam over op het voer wat u voorheen gaf.

Maakt uw kat een zieke indruk of houdt de diarree, ondanks het dieet, te lang aan, ga dan met uw kat naar de dierenarts. Neem voor alle zekerheid wat ontlasting mee, zodat de dierenarts de ontlasting kan controleren op sporen van darmparasieten of de ontlasting kan opsturen naar een laboratorium voor nader onderzoek.

Geef een kat met diarree nooit melk of melkproducten!

Verschillende oorzaken

Katten braken om diverse redenen. Omdat er een haarbal dwars zit, de kat te veel of te koud eten heeft gehad of iets verkeerds heeft gegeten. Maar de kat kan ook een maagontsteking of maagdarmontsteking of een andere ernstige aandoening hebben.
Spuugt de kat zijn eten steeds uit, probeer dan meerdere keren per dag wat kleinere porties te geven. Zorg ook dat het voer op kamertemperatuur is. Blijft de klacht na twee dagen hetzelfde of geeft de kat een zieke indruk, ga dan met het dier naar uw dierenarts.

Een kat braakt soms een haarbal uit. Hierover hoeft u zich in de regel geen zorgen over te maken.

Zieke kat of (veel) bloed braken: naar de dierenarts!

Braakt de kat bloed dan kan dit komen omdat er tijdens het braken een klein bloedvaatje is gesprongen. Mocht het gaan om een druppel bloed en maakt de kat geen zieke indruk, dan kunt u even aankijken hoe het de rest van de dag gaat. Blijft de kat braken of braakt de kat veel bloed op dan kan dit echter ook duiden op een ontsteking in het voorste deel van het spijsverteringskanaal (slokdarm, maag of eerste deel van de dunne darm). In dit geval moet u niet afwachten, maar meteen met de kat naar de dierenarts gaan.

Braakt de kat en maakt de kat een zieke indruk, wacht dan helemaal niet af, want dan is er vaak iets meer aan de hand en kan de kat acute hulp nodig hebben.

Een kat likt zichzelf veel. Tijdens het likken krijgt de kat veel haren binnen. Deze haren hopen zich op in de maag en vormen een haarbal. Die haarbal ligt voor de kat niet zo prettig op de maag en de kat moet op een of andere manier weer van die haarbal af. De haarballen worden door de kat uitgebraakt. De kat moet hiervoor het braken opwekken en dat doet zij door het eten van gras of planten. Om te voorkomen dat de kat aan uw mooie kamerplanten gaat zitten kluiven, kunt u voor de kat kattengras in de dierenwinkel kopen. U kunt in plaats van kattengras ook een parapluplant voor de kat neerzetten.

Laat het gras niet dag en nacht staan, want er zijn katten die continu eten aan het gras. In dit geval wordt dus ook continu een braakreflex opgewekt, wat weer kan leiden tot ernstiger klachten.

Pas ook op met giftige planten. Planten als de Dieffenbachia zijn giftig voor katten. Als u een kat heeft, kunt u beter de giftige planten uit huis doen. De kat weet niet welke planten giftig zijn, dat moet u voor ze uitzoeken. Voorkomen is, zeker in dit geval, beter dan genezen. Informatie over welke planten giftig zijn voor u kat, kunt u bijvoorbeeld hier vinden.

Blaasproblemen komen bij katten nogal eens voor. Het is ook het belangrijkste waar u altijd op moet blijven letten, zeker als u een kater heeft. Als een kat veel naar de bak gaat en steeds maar weer gaat zitten om te plassen, kan dit kunnen wijzen op een blaasontsteking of (nog erger) een verstopping van de urineweg. Blaasontsteking geeft bij de kat ook vaak een onzindelijk gedrag, de kat heeft continu aandrang en wil overal gaan zitten om te plassen. De plas is vaak wat rood van kleur (bloed). U vindt dan vaak overal kleine beetjes plas met wat bloed. Blaasontstekingen kunnen bij alle katten voorkomen; zowel jong als oud, kater of poes en bij katten van ieder ras.

Verstopping van de urinebuis komt nog wel eens bij de kater voor. Dit geeft dezelfde verschijnselen als bij de blaasontsteking; steeds op de bak zitten in plashouding, onzindelijk gedrag en bloed in de urine. De verstopte kater gaat wel in plashouding zitten maar er komt geen of slechts een paar druppeltjes urine uit. Een kat die langere tijd met een overvolle blaas loopt en zijn urine niet met plassen kan kwijtraken, kan urine gaan druppelen. Verstopping van de urineweg kan leiden tot de dood. De verstopte kat kan de urine niet langs de normale weg lozen, de afvalstoffen uit de urine worden dan via de nieren teruggeven aan het bloed en de kat vergiftigt zichzelf. Als niet héél snel wordt ingegrepen, kan de kat binnen 48 uur dood zijn!

Als u merkt dat de kat niet normaal plast of kan plassen of ziet u bloed in de urine, aarzel dan niet, wacht niet af, maar ga zo snel mogelijk naar de dierenarts. U ziet waarschijnlijk zelf niet het verschil tussen een blaasontsteking en een urinewegverstopping. U moet dit altijd zien als een spoedgeval. Hoe blaasontsteking ontstaat is nog steeds niet helemaal bekend, maar blaasontsteking is meestal goed te behandelen. Een urinewegverstopping ontstaat door het vastlopen van (blaas)gruis in de plasbuis. Kalkzouten slaan neer in de blaas en kan gruis gaan vormen. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Over het ontstaan van het blaasgruis is nog lang niet alles bekend. Wat men wel weet is dat gruis gevormd kan worden doordat de zuurgraad van de urine niet goed is, dat de voeding teveel magnesium bevat of het asgehalte te hoog is. Maar er zijn ook mensen die van mening zijn dat het kan liggen aan de hardheid van het water. Een kater (of poes) die blaasproblemen heeft of heeft gehad mag nooit meer voeding krijgen met een hoog as- en magnesiumgehalte. Dus nooit meer ‘gewone’ droogvoeders, want dit kan leiden tot nieuwe blaasklachten. Het voeren van speciale dieetbrokken voor blaasproblemen mag wel en de meeste blikvoeders zijn ook redelijk veilig. Overleg hierover altijd met uw dierenarts en volg de instructies van de arts nauwlettend op.

Haal de speciale blaasbrokjes altijd bij uw dierenarts. Laat u niet misleiden door verhalen op verpakkingen in de winkel of door verhalen van de verkoper in de dierenwinkel. De brokjes uit de dierenwinkel zijn niet geschikt voor katten met blaasproblemen. De dierenarts is de enige die speciale dieetvoeders verkoopt. Echt! Andere brokjes zijn niet veilig. Ook bijvoorbeeld de voeders van Hills uit de dierenwinkel zijn niet hetzelfde. De verpakking ziet er verleidelijk gelijk uit, maar het is niet hetzelfde Hills voer als van de dierenarts.

Er is bijna altijd een reden voor onzindelijk gedrag

Als uw kat onzindelijk gedrag vertoont, kan dit komen door een blaasontsteking. Heeft de kat geen last van blaasontsteking (dit kunt u
door uw dierenarts laten controleren) dan is er meestal een psychische oorzaak voor het onzindelijke gedrag. Onzindelijkheid kan verschillende oorzaken hebben en die verschillende oorzaken vragen om een verschillende manier van behandelen.
Kenmerkend is het gedrag van de kat: de kat staat met trillend achterlijf, staart loodrecht omhoog, uw spullen onder te plassen. Al is uw kat op tijd gecastreerd/gesteriliseerd en al houdt u uw huis nog zo schoon, onzindelijke gedrag kan altijd voorkomen. Wat u nooit moet doen is uw kat met zijn neus door de plas of drol halen of op een andere manier straffen. De kat begrijpt dit niet en u kunt de onzindelijkheid hierdoor nog erger maken dan het al was. De kat heeft bijna altijd een reden om onzindelijk gedrag te vertonen. Het is belangrijk dat u achter de reden komt, en de oorzaak aanpakt en niet de gevolgen. Vaak is het onzindelijke gedrag het gevolg van stress, dus psychisch.

Een aantal voorbeelden waarom een kat in huis gaat plassen:

• Er zijn veranderingen in de gezinssamenstelling (bijv. een baby geboren, echtscheiding of een nieuwe partner, nieuw behang). De kat kan zich hierdoor onzeker gaan voelen of krijgt te weinig aandacht.
• U heeft er pas een ander huisdier bij. De ‘oude’ kat voelt zich nu bedreigd.
• U heeft uw inrichting veranderd, uw huis verbouwd of u bent verhuisd. Uw kat moet aan de nieuwe situatie wennen.
• U maakt veel ruzie en de kat wordt daar nerveus van.
• Er hangt een gespannen sfeer in huis. Uw kat voelt dit goed aan en wordt er nerveus van.
• U verschoont de kattenbak niet vaak genoeg. Sommige katten vinden de bak al te vies als er zelfs maar één plasje in ligt.
• Er komen andere (buurt-)katten in huis waardoor uw kat zich bedreigd voelt.
• Uw kat durft niet meer naar de bak vanwege een slechte ervaring die de kat heeft opgedaan tijdens het bezoek aan de bak. Dit kan komen omdat de kat ergens hevig van is geschrokken toen hij zat te plassen of als een andere kat tijdens het plassen gaat zitten meppen.
• De kat wil de bak niet delen met andere katten. De kat is gesteld op z’n eigen territorium.
• De kat vindt de vorm van de bak niet goed genoeg. Hij wil misschien in een hoek plassen terwijl hij het moet doen met een ronde bak.
• De kat is bang voor de kap die op de bak zit of durft niet door het toegangsluikje die in de bak zit. Of uw kat durft juist niet in een open bak te plassen.
• Misschien gebruikt u de verkeerde schoonmaakmiddelen. Katten vinden ammoniak en bleekwater heerlijk en plassen daar juist overheen.
• Er komt veel bezoek bij u thuis en uw kat houdt daar niet van.
• U heeft een kokosmat voor de deur. Dit vindt de kat wel heel erg lekker om op te plassen.
• Ook kussentjes en dekbedden zijn aantrekkelijk om een plas op te doen.
• U laat u uw schoenen en kleding overal in huis slingeren en de kinderen laten hun speelgoed overal liggen. De luchtjes die daaraan zitten vindt de kat heerlijk en hij voegt zijn luchtje er aan toe.
• De kat kan niet probleemloos bij de kattenbak komen.

We kunnen nog veel meer oorzaken noemen, maar bovenstaande is genoeg om u een beeld te geven. Het minste of geringste dat gebeurt in het leven of de omgeving van uw kat zorgen voor het vertonen van onzindelijk gedrag. Een onzindelijke kat in huis is geen pretje.

Wat kunt u doen om het onzindelijke gedrag te corrigeren?

Als u de oorzaak heeft gevonden dan probeert u deze aan te pakken. Misschien is het eenvoudiger dan u had gedacht. Daarnaast kunt u nog wat andere middeltjes proberen die zouden kunnen helpen. U maakt de plasplekken als volgt schoon:

• Voor het verwijderen van de eiwitachtige componenten uit de urine maakt u de plekken schoon met een warme 10% oplossing van biologisch wasmiddel (met enzymen, bijvoorbeeld Biotex). Hierna met koud water afspoelen en droog deppen. De plek vervolgens besproeien met een alcoholoplossing (bijv. spiritus) of chirurgische alcohol. Soms helpt azijn ook.
• U houdt gangdeur en slaapkamerdeuren gesloten.
• U zet de kattenbak op een andere (liefst rustige) plek.
• U zet de voerbak op de plasplaats. Verplaats de voerbak gedurende een periode door het vertrek, zodat het gehele vertrek als voerplaats wordt gezien.
• U zet de voerbak in de buurt van de kattenbak of juist helemaal niet.
• Gebruik eens een ander soort kattenbakvulling, zoals grof grit, fijn grit, turfmolm, houtvezelgrit,krantensnippers, klontvormend grit.
• De kattenbak veel vaker verschonen, soms al na één enkel plasje.
• Zet er een kattenbak bij; één met een kap en één zonder kap. Zet ze desnoods in verschillende ruimtes in uw huis. Haal altijd het klepje uit de toegangsopening.
• Maakt de bak aantrekkelijk door er wat valeriaan- of bleekwaterdruppels in te doen of strooi wat kattenkruid in de bak.
• Ruim kleding en speelgoed steeds op en zorg dat de kat er niet bij kan.
• Uw kat wil vaker naar buiten of wil juist meer binnen zijn.
• U kunt uw kat een paar weken uit logeren sturen. Tijdens de logeerpartij maakt u het gehele huis schoon met bleekwater. Als de kat weer thuis komt is mogelijk de slechte gewoonte doorbroken.
• U kunt aluminiumfolie aanbrengen op de plekken waar de kat plast.
• U kunt uw kat tijdens uw afwezigheid of ’s nachts een eigen kamertje geven en het daar gezellig maken voor uw kat (met speelgoedjes, lekker slaapplaatsje, schone kattenbak, eten).
• Helpen deze tips niet dan kunt u uw dierenarts raadplegen. Uw kat kan dan nog worden behandeld met hormoonpreparaten of psychofarmaca. De behandeling met medicijnen is een tijdelijke behandeling. De bedoeling is om met ondersteuning van de medicijnen de vicieuze cirkel te doorbreken. Als dit uiteindelijk ook niet helpt, zou u de hulp van een kattenpsycholoog kunnen inschakelen.

Alles geprobeerd en de kat plast nog steeds in huis?

Heeft u alles geprobeerd en heeft niets geholpen dan is er nog maar één mogelijkheid en dat is de kat over (laten) plaatsen naar een ander tehuis. Er zijn dierenartsen die beweren dat je aan het onzindelijke gedrag van de kat niets kunt doen en dat je zo’n dier maar beter kunt afmaken. Daar zijn wij het niet mee eens. Stichting Zwerfdier heeft inmiddels jarenlange ervaring met het overplaatsen van de onzindelijke katten en wij kunnen u verzekeren dat afmaken van deze onzindelijke katten beslist niet nodig is. In 99% van de gevallen houdt het onzindelijke gedrag op na overplaatsing. Slechts een enkeling blijft onverbiddelijk in huis plassen. Voor dit kleine percentage katten bestaan er dan kattenopvangcentra zoals Stichting Zwerfdier waar de kat voor de rest van het kattenleven kan blijven wonen.

(deze veelgestelde vraag is door Stichting Zwerfdier samen met dierenartsenpraktijk Alkmaar Noord opgesteld)

Sloomheid, veel slapen, niet willen spelen, stil en terughoudend gedrag (soms minder eten en drinken) zijn ziekteverschijnselen waarbij het belangrijk is om altijd snel naar de dierenarts te gaan.

Als de kat opvallend vermagert dan is er meestal iets aan de hand. Je ziet katten in het voor- en najaar nog wel eens wat dunner worden, maar de kat mag niet teveel afvallen. Ernstig vermageren kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld veelvuldig braken, nierfalen, schildklierproblemen, suikerziekte of slechte eetlust. Ga met het dier dat aan het vermageren is altijd naar de dierenarts voor nader onderzoek.

Vuile ogen kunt u schoonmaken met een in gekookt lauw water of afgekoelde looizuurhoudende thee gedrenkt watje (looizuur heeft ook een enigszins ontsmettende werking). Het watje dat u gebruikt moet helemaal nat zijn, er mag geen droge draad meer aan zitten. Als een draadje in het oog van uw kat blijft zitten, kan dit ontstekingen veroorzaken of de al aanwezige ontsteking verergeren. Blijven de ogen, na enkele dagen schoonmaken, nog steeds vuil of zijn ze rood ontstoken, raadpleeg dan uw dierenarts.

Ziet het oog er erg rood (ontstoken) uit of knijpt de kat het oog steeds dicht dan is er meer aan de hand. Ga in dit geval altijd even naar de dierenarts om het oog na te laten kijken en te behandelen. Wacht niet af, want hierdoor zou de schade aan het oog alleen maar groter kunnen worden.

Bij sommige katten (en ook honden), het meest bij Perzen, zijn vaak rood gekleurde strepen onder de ogen te zien, zogenaamde traanstrepen. Tranen geven deze kleur af aan de vacht. Dit kan veroorzaakt worden door verstopte of niet goed aangelegde traanbuizen (dit laatste is vaak een fokafwijking bij Perzen). Daardoor gaan de ogen tranen en kunnen de ogen het traanvocht niet meer via de traanbuizen afvoeren. Om de vacht rond de ogen goed schoon te krijgen, kunt u bij de dierenwinkel een speciale reiniger voor de ogen kopen. Daarmee kunt u eens in de paar dagen de vacht schoonmaken. Dit werkt erg goed en met schone ogen ziet het dier er ook mooier uit.

Controleer de oren van uw kat regelmatig en let er op dat de oren schoon blijven. Ziet u donkerbruine prut in de oren die stinkt, dan kan dit oormijt zijn. Oormijt geeft jeuk, de kat krabt veel aan de oren en schudt veel met de kop.

Ziet u gele of geel/groene troep in de oren en stinkt dit, dan kan dit wijzen op een oorontsteking. Een oorontsteking is pijnlijk, de kat schudt dan veel met de kop of houdt de kop scheef.

Ga in beide gevallen met uw kat naar de dierenarts en ga niet zelf in de oren zitten prutsen. De behandeling tegen oormijt is anders dan de behandeling tegen oorontsteking. Haal om deze reden ook geen middeltjes bij de dierenwinkel. De dierenarts kan met een otoscoop in het oor kijken en zien wat er aan de hand is en uw kat dan gericht behandelen. Als u zelf gaat dokteren kunt u meer schade aanrichten dan u denkt.

Huidproblemen komen veel voor bij katten. Uw kat zit dan te krabben, krijgt kale plekken of zit onder de korstjes. Huidproblemen zijn de lastigste gezondheidsproblemen die er zijn. Het vaststellen van de oorzaak is meestal het moeilijkst. De meeste huidproblemen worden veroorzaakt door allergieën. Voor katten zijn er geen allergietesten beschikbaar en daardoor moeten de soorten allergieën meestal worden gediagnosticeerd aan de hand van de verschijnselen. Een kat kan overal allergisch voor zijn, net als mensen. De meest voorkomende allergieën bij katten zijn voedselallergie, vlooienallergie en allergie op basis van de hormoonhuishouding van de kat. Vaak komen de huidklachten regelmatig terug.

De meest voorkomende allergie is de vlooienallergie. Hierbij ziet u de kat zich veelvuldig krabben, bijten en wassen en u voelt veel pukkeltjes op de rug en bij de staartbasis. De vlo heeft bloed nodig om zich te kunnen voortplanten en drinkt het bloed van de ka. De vlo bijt een wondje in de huid en spuit daar een stofje in. De allergie wordt veroorzaakt door dat stofje en gaat vreselijke jeuk veroorzaken. Blijf daarom altijd goed de vlooien bestrijden. De beet of de aanwezigheid van 1 vlo kan soms al genoeg zijn om een lastig te behandelen huidprobleem te veroorzaken en/of in stand te houden. Het is belangrijk om alert te blijven op vlooien en deze goed blijven bestrijden. Bovendien moet u niet alleen het dier vlovrij houden, maar ook uw huis regelmatig behandelen met anti-vlooienmiddelen. In geval van huidklachten kunt u zich het beste laten adviseren door uw dierenarts.

In de regel zijn de maanden juli, augustus, september en oktober de maanden waarin uw kat het meeste last heeft van vlooien. De vlo veroorzaakt niet alleen hele plagen, maar ook zijn veel katten allergisch voor vlooienbeten. Bovendien is de vlo een tussengastheer voor de lintworm. Vlooien bestrijden is daarom belangrijk.

Manieren om vlooien te bestrijden

Er zijn diverse soorten vlooienbestrijders in de handel zoals banden, spuitbussen, poeders, druppels, pillen, en shampoo’s. Het gaat om bestrijdingsmiddelen voor gebruik op uw kat en middelen voor het gebruik in uw huis en de mand van de kat. Als u vlooien vindt dan is het allerbelangrijkste dat u het huis goed onder handen neemt. Een vlo legt honderden eitjes en deze vallen op uw vloer of in uw vloerbedekking en daar begint de hele vlooien-ellende. Ook manden, (vloer-)kleedjes en dekentjes zijn lekkere vlooienbroedplaatsen.U kunt bij uw dierenarts een goede spuitbus kopen voor de bestrijding van vlooien in uw huis (mand en tapijtspray).

Goed bijhouden is belangrijk

Als u het vlooienprobleem de kop hebt ingedrukt, is het een kwestie van goed bijhouden en uw kat regelmatig behandelen (per middel verschillend hoe vaak). Een zieke kat mag u niet met anti-vlooienmiddelen behandelen. Heeft uw zieke kat toch last van vlooien, vraag dan advies aan uw dierenarts. U kunt uw vlooienbestrijdingsmiddelen het best bij uw dierenarts kopen. Dierenartsen hebben in de regel de nieuwste en best werkende middelen.

Iedere kat verhaart het hele jaar door, met een piek in het voor- en het najaar. U kunt de kat helpen met de verharing door het dier regelmatig te borstelen. Ook kunt u een theelepeltje Becelolie of maiskiemolie door het eten van uw kat doen. Tegen haaruitval is weinig te doen. Laat u zich niet verleiden door middeltjes als Lavita-druppels. Deze helpen niet. Bij extreme haaruitval is het verstandig om uw dierenarts te raadplegen.

Vechtwonden komen bij katten nogal eens voor. Het begint meestal met een bult die zacht en warm aanvoelt en steeds dikker wordt (een ontsteking). Op een gegeven moment barst de bult open en komt er een dikke, stinkende, bloederige substantie uit (pus). Een ontsteking is een pijnlijke aangelegenheid, en kat kan er ziek van zijn. Laat de wond schoonmaken door uw dierenarts. Achtergebleven vuil of een niet zorgvuldig behandelde wond kunnen een nieuwe ontsteking veroorzaken. Rommel nooit zelf aan de wonden. Van uw dierenarts krijgt u een antibioticumkuur, het probleem is dan meestal snel verholpen.

De kat krijgt meestal een lintworm door het inslikken van een dode, met lintwormeieren besmette vlo. Het lintwormeitje dat de vlo bij zich droeg komt dan in de darm van de kat uit en ontwikkelt zich daar tot een volwassen lintworm. Een lintworm is een platte, witte worm die is opgebouwd uit segmenten. Deze segmenten laten soms los en komen dan de darm (de kat z’n poeperd) uit kruipen. Het segmentje beweegt vaak nog als het pas uit de darm gekropen is. Is het wormdeeltje opgedroogd, dan lijkt het net een rijstkorrel. Lintworm kunt u bestrijden door een lintwormenkuur bij uw dierenarts te halen. Let er op dat u ook de vlooien bestrijdt, want de vlo is vaak de oorzaak van de lintwormbesmetting. Lintworm kunt u regelmatig terugvinden bij de kat. Veel mensen denken dat de kat na een kuur voor altijd van de lintworm af is, maar dat is niet zo. De kat kan steeds weer opnieuw besmet worden.

Haal een lintwormkuur het liefst bij uw dierenarts, want de dierenarts heeft in de regel de nieuwste en beste middelen.

Bijna iedere kat wordt geboren met spoelwormen. Deze krijgen ze mee via de zogende moeder. De jonge katten worden meestal gelijk met het inenten ook ontwormd. Zij krijgen dan een pil tegen de spoelwormen. Spoelwormen komen bij de kat ook vaak voor op latere leeftijd. Spoelwormen zijn lange, gladde, lichtbruine wormen. Ze zien eruit als elastiekjes. Spoelwormen kan men vinden in de ontlasting of de kat spuugt ze uit.

Vindt u spoelwormen, dan kunt u het beste een kuur tegen deze parasieten halen bij uw dierenarts. Spoelwormen zijn moeilijk te bestrijden. Meestal is een kuur die bestaat uit meerdere tabletten nodig, en misschien moet de kuur later nog eens worden herhaald. Bij beide wormbesmettingen (spoelwormen en lintwormen) geldt de regel: haal de wormkuren bij uw dierenarts, want de dierenarts heeft de nieuwste en de best werkende middelen.

De poes wordt tussen de 5 en 9 maanden krols. Zodra zij krols wordt is het verstandig haar de ‘poezenpil’ te geven. Hier moet u mee doorgaan tot de poes gesteriliseerd wordt. De ‘pil’ kunt u kopen bij uw dierenarts. Het is onverstandig uw kat langere tijd op de poezenpil te houden, want de pil verhoogt de kans op baarmoederontstekingen en melkkliertumoren. Niets doen tegen de krolsheid kan dezelfde gezondheidsproblemen veroorzaken. Het meest verstandige is de poes op jonge leeftijd (liefst op de leeftijd van 6 tot 7 maanden) te laten steriliseren.

Veel mensen zeggen nog steeds dat een kat eerst een nestje gehad moet hebben voordat het dier gesteriliseerd kan worden, dit is echter onzin. Een poes die nooit een nestje heeft gehad, kan net zo gemakkelijk worden gesteriliseerd. Dit hoeft beslist geen reden te zijn om een nestje katten geboren te laten worden.

Geef de kattenbak een vaste plaats in uw huis. Zorg dat er altijd een bak staat, ook al doet uw kat normaal alles buiten. Het moeten ophouden van de plas is voor een kat niet gezond. Zet de bak op een plaats waar de kat de bak gemakkelijk kan vinden en er altijd bij kan.
U kunt de bak vullen met gritkorrels of krantensnippers. Grit absorbeert goed, de luchtjes worden beter opgenomen en de ontlasting wordt ingekapseld. Krantensnippers zijn hygiënisch, absorberen slechter dan grit, maar de ontlasting en urine zijn beter na te kijken. Snippers geven minder rotzooi dan grit, maar een bak met snippervulling moet vaker verschoond worden. Zorg er altijd voor dat de bak zo schoon mogelijk blijft, verschoon hem bij voorkeur dagelijks. Een kat heeft een hekel aan een vies toilet, net als uzelf. Een vieze bak kan een reden zijn dat de kat elders in huis gaat plassen of kan zelfs ernstige plasproblemen veroorzaken. De bak die te weinig wordt verschoond kan zelfs nog ernstige medische problemen veroorzaken bij de kat en ook bij de mens; in ontlasting die ouder is dan drie dagen kan zich de toxoplasmosebacterie ontwikkelen. Die is ook besmettelijk voor mensen en kan gevaarlijk zijn als u zwanger bent.

Een kat is een eigenwijs dier en laat zich niet gemakkelijk iets aan- of afleren. U bereikt niets met een harde aanpak, integendeel zelfs. Wilt u de kat iets aanleren, stimuleer dan het goede aan te leren gedrag door uw kat te belonen d.m.v. een knuffel, een aai of iets lekkers. Trek er veel tijd voor uit en wees geduldig. Meestal is het zo dat de aanhouder uiteindelijk wint. Wilt u de kat iets afleren, sla het dier dan nooit, jaag het niet weg en gebruik nooit andere agressieve methodes. U zorgt er alleen maar voor dat uw kat bang voor u wordt. Bovendien kan de kat uit angst onzindelijk gedrag gaan vertonen. Gebruik het liefst de plantenspuit om de kat iets af te leren. Katten zijn immers bang voor water.

Een kat kan zichzelf normaal gesproken prima vermaken. Natuurlijk… met de gordijnen, uw breiwerk, uw beste pantoffels, etc. Een kat die veel alleen is, kan zich stierlijk vervelen. Geef hem daarom iets waarmee hij zich kan vermaken. Een propje aluminiumfolie, een leeg garenklosje of leeg pleisterrolletje doen wonderen. De kat vindt dit soort dingen vaak erg leuk. Een kat is niet kieskeurig. Ook liggen de dierenwinkels vol met allerlei speelgoedjes voor de kat. Kijk wel uit met speelgoedjes aan elastiekjes of touwtjes. De kat kan het touwtje of elastiekje doorbijten en opeten en dit kan vervelende gevolgen hebben. Meestal spuugt de kat het wel uit, maar een stukje touw of elastiek kan ook veel schade aanrichten als het in de darm blijft vastzitten. Laat uw kat dus niet alleen met zo’n speelgoedje.

Een kat moet zijn nagels kunnen scherpen. Dit doet hij/zij graag aan uw meubels of uw behang. Om te voorkomen dat uw kat zich op uw huisraad stort, kunt u de kat het beste een krabpaal of krabplank geven. Krabspullen zijn in de dierenwinkels te koop, maar u kunt ze ook zelf maken. Een stukje zacht hout of vloerbedekking tegen een hoek van de muur, gehangen op ± 1 meter hoogte kan prima als krabplaats fungeren. Ook een oude boomstam is ideaal. Om de kat aan deze plaats te wennen, kunt u het beste wat valeriaandruppels op de krabplaats doen en/of de kat even met de nagels langs de plank of paal halen.

Een kat wassen is in de regel niet noodzakelijk. Uw kat kan zichzelf prima zelf onderhouden. Als het toch nodig is om uw kat in bad te doen, dan is het goed te weten dat een kat helemaal niet van water houdt. Een wasbeurt kan u dan ook uw handen kosten.
U zou, als het beslist niet anders kan, uw kat door uw dierenarts onder narcose kunnen laten brengen of een kalmerend middel laten toedienen. Als u de kat wast, let er dan op dat u shampoo neemt die niet schadelijk of giftig is voor de kat. Shampoos met Lindaan zijn voor het gebruik bij katten uit den boze, want zeer giftig voor de kat.

Komt uw kat thuis met olievlekken of soortgelijke vlekken dan kunt u bij een autogarage zogenaamde garagezeep halen. Deze zeep is speciaal ontwikkeld voor het verwijderen van olie- en smeervlekken. Spoel de zeep altijd goed uit de vacht en droog uw kat goed af. Houd de kat binnen zolang de vacht nog niet geheel droog is.

Het pension beschikt over zeven ruime binnenverblijven met een overdekt buitenverblijf. In elk verblijf staan negen ruime kooien. Alle binnenkomende pensionkatten gaan in ieder geval de eerste dag in een kooi om ze aan de omgeving te laten wennen. De katten die goed overweg kunnen met andere katten mogen de rest van hun vakantie zoveel mogelijk los lopen. De katten die los lopen kunnen ook heerlijk naar buiten, want ieder verblijf beschikt over een overdekt buitenverblijf.

Katten die niet overweg kunnen met andere katten zullen in de kooi moeten blijven en mogen tussendoor even de pootjes strekken. De kooien beschikken over uitneembare tussenwanden. Dit heeft als voordeel dat, als een kat echt niet los kan lopen, wij de kat een kooiruimte kunnen bieden tot 4 meter lengte. Op deze manier proberen we het de kat toch zo aangenaam mogelijk te maken.

Voor katten die lange tijd in ons pension logeren, hebben we een kamer met extra groot buitenverblijf. De katten die voor langere tijd komen logeren hebben hierdoor meer bewegingsvrijheid.De ruime buitenrennen hebben diverse plankjes om op te klimmen en fijne plekjes om te liggen. In totaal hebben we ruimte voor 75 katten in het pension.

De katten die bij ons verblijven, krijgen twee keer per dag een maaltijd en uitsluitend water te drinken. Wij hebben een aantal gangbare merken kattenvoer (zowel blikvoer als droogvoer) in diverse smaken op voorraad. Uit de door u ingevulde vragenlijst kunnen wij opmaken wat de kat bij u gewend is te eten. De afwijkende dure voertypen (Hills science diet, Iams etc.) hebben wij niet standaard op voorraad, deze zult u zelf mee moeten brengen. Blaasdieet- en nierdieet-voedsel is wel op voorraad.

In 2019 kost een overnachting € 10,00 per kat. Vanaf de derde kat is er een korting van € 1,50 per extra kat per overnachting.

Kattenziekte en niesziekte

Uw kat moet zijn ingeënt tegen kattenziekte en niesziekte. De inentingen mogen niet ouder zijn dan een half jaar.

Een kat die is ingeënt tegen de kattenziekte kan geen kattenziekte meer krijgen. Een kat die is ingeënt tegen niesziekte kan toch nog niesziekte krijgen. De inenting biedt alleen bescherming tegen sommige vormen van niesziekte. Vraag uw dierenarts hiernaar. Uw kat moet minimaal twee weken voor de vakantie zijn ingeënt, de inenting heeft enige tijd nodig om uw kat de best mogelijke bescherming te bieden.

en verder….

• Laat uw dierenarts uw kat goed controleren. Het is de bedoeling dat uw kat bij ons gezond het pension in komt en ook gezond weer naar huis gaat.
• U kunt uw kat het beste (ongeveer 1 week voor uw vakantie) behandelen tegen vlooien.

Het onderbrengen van een kat in ons kattenpension is altijd op eigen risico. In een pension zitten meerdere dieren in een ruimte. Katten zijn vaak heel gevoelig voor verandering van omgeving, raken gestrest en kunnen daardoor vatbaarder zijn voor ziekten. De meest voorkomende klachten die katten in het pension oplopen zijn niesziekte of (ernstige) diarree.

Wij moeten vertrouwen op de informatie die de eigenaar van de kat geeft over de gezondheidstoestand van het dier. Iemand kan bijvoorbeeld niet aan ons vertellen dat zijn kat pas niesziekte heeft gehad. Voor ons zijn er dan geen waarneembare ziekteverschijnselen, maar de kat kan nog wel besmettelijk zijn voor de andere pensionkatten. Dit zijn hele vervelende situaties. Wij verzoeken u daarom dringend om dit soort informatie niet achter te houden.

Wij werken met een vaste dierenartsenpraktijk: dierenartsenpraktijk Alkmaar-Noord. Wij hebben bij Stichting Zwerfdier een eigen dierenartsruimte waar kleine operatieve ingrepen gedaan kunnen worden. Als uw kat onverhoopt iets gaat mankeren tijdens het verblijf in het pension, dan schakelen we als dat nodig is de dierenarts in. De dierenartskosten worden aan u in rekening gebracht bij het ophalen van de kat.

Als het relevant is kunt u aan uw dierenarts een eventuele ziektegeschiedenis van uw kat op papier zetten zodat wij wat achtergrondinformatie hebben over de gezondheid van uw kat.

Zodra u uw eigen vakantie gaat boeken, kunt u het best ook meteen een pensionplaats voor uw huisdier reserveren. Als u met reserveren wacht tot op het laatste moment loopt u het risico dat er geen plaats meer beschikbaar is. Dit geldt zeker in het hoogseizoen.

Tegelijk met het bespreken van een pensionplaats betaalt u de 25% van de totale verblijfkosten. De reservering komt te vervallen als wij de aanbetaling niet binnen 14 dagen na reservering hebben ontvangen. De resterende 75% betaalt u (of moet betaald zijn) bij het brengen van uw kat. De overige (onvoorziene) kosten worden met u verrekend als u de kat komt ophalen. Betaling liefst per pin.

Annulering van een reservering is mogelijk tot 14 dagen voor de overeengekomen aanvangsdatum van de verblijfsperiode. In geval van annulering zal de aanbetaling worden gerestitueerd, maar zal een bedrag van € 13,50 aan reserveringskosten in rekening worden gebracht. Indien u niet eerder dan 14 dagen voor de overeengekomen aanvangsdatum van de verblijfsperiode annuleert, is een schadevergoeding verschuldigd van 25% van de verblijfskosten voor de overeengekomen periode, doch met een minimum van € 13,50 (annuleringskosten). Indien blijkt dat bij het brengen van de kat niet wordt voldaan aan de gestelde toelatingseisen, is de eigenaar het totaalbedrag van de verblijfskosten voor de overeengekomen periode verschuldigd. Dit geldt ook wanneer het verblijf alsnog wordt geannuleerd op de dag waarop u de kat brengt.

Als uw kat bij ons in het pension is ondergebracht en u komt de kat eerder ophalen dan de afgesproken datum, dan worden de al betaalde dagen niet terugbetaald.

Katten die een besmettelijke ziekte bij zich dragen zoals niesziekte, FAIDS, FIP, Leucose, ringworm, Kattenziekte, en rabies worden niet als pensiongast toegelaten. Zij vormen een gevaar voor de andere pensionkatten. Als uw kat één van deze ziektes heeft, zult u een andere oplossing moeten zoeken.

Katten die niet tijdig of niet volledig zijn ingeënt kunnen ook niet in het pension verblijven. En ook ongecastreerde katers worden om begrijpelijke redenen niet toegelaten.

Er zijn katten die een ziekte hebben die niet besmettelijk is voor andere dieren, zoals katten met suikerziekte. Zo’n kat heeft dagelijks een injectie met insuline nodig. Katten met dit soort ziekten kunnen ook bij ons komen logeren. Er zijn wel zaken waarmee u van tevoren rekening mee moet houden. Door overplaatsing van de kat kan bijvoorbeeld de suikerspiegel ontregeld raken, met alle risico’s van dien. Uiteraard zullen wij dieren met suikerziekte of soortgelijke ziekten extra in de gaten houden en meteen de dierenarts inschakelen als er iets mis dreigt te gaan met de kat. In het ergste geval kan de kat zo ontregeld raken dat hij komt te overlijden. Als u dit risico durft te nemen, durven wij het ook.

• U kunt uw kat ’s middags tussen 14.00-16.00 uur brengen.
• U kunt uw kat ’s ochtends tussen 10.00 en 12.00 uur ophalen.
• Als u de kat(ten) brengt of haalt buiten de genoemde tijden, dan zal een extra overnachting in rekening worden gebracht.
• Op zon- en feestdagen zijn we gesloten.

Wij zeiden het al eerder; als u een dier in een kattenpension onderbrengt doet u dat op eigen risico. Uiteraard hopen wij dat u uw kat na zijn vakantie weer kerngezond en springlevend bij ons ophaalt, maar er kan natuurlijk iets mis gaan. Uw kat kan ziek worden en in het ergste geval komen te overlijden. De overleden kat houden we in de koeling, zodat u de gelegenheid krijgt om afscheid van uw kat te nemen en te beslissen wat er met uw overleden kat moet gebeuren.

Er kan tijdens de vakantie ook iets met u gebeuren. Het is een prettig idee voor alle partijen dat de achterblijvers op de hoogte zijn waar uw kat is ondergebracht en wat er eventueel voor uw kat geregeld moet worden. Als uw kat langer in het pension blijft (bijvoorbeeld doordat u in het buitenland ziek geworden bent), dan willen wij graag weten wat uw wensen zijn.

Stichting Zwerfdier is erkend als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en daarom staat de Belastingdienst toe dat u giften aan ons als aftrekpost mag opnemen op uw belastingaangifte. Een mooie regeling is die waarbij u gedurende minimaal vijf jaar maandelijks een gift aan ons doet als lijfrente, dan geldt namelijk het drempelbedrag voor deze aftrekpost niet. Vaker en langer mag natuurlijk ook. U kunt een overeenkomst tot periodieke schenking downloaden. Na invullen en ondertekenen, kunt u het formulier opsturen aan Stichting Zwerfdier en kan deze overeenkomst worden geactiveerd.

U kunt donateur worden van onze stichting. Een donateur betaalt minimaal € 15,00 per jaar. Voor dit bedrag ontvangt u ons kwartaalblad ‘Zwerver’ (digitaal of per post). U kunt zich hier aanmelden als donateur en een machtiging afgeven aan Stichting Zwerfdier voor het incasseren van uw donatie. Iedereen die € 15,00 of meer overmaakt wordt automatisch donateur, tenzij u aangeeft dat u geen blad wenst te ontvangen. Uw bijdrage wordt dan genoteerd als een (eenmalige) gift.

Als u geen donateur wilt worden, maar u wilt wel een (eenmalige) bijdrage aan onze stichting overmaken, dan bent u uiteraard ook van harte welkom. Alle bedragen onder de € 15,00 worden standaard als gift genoteerd. Als u meer wilt storten dan € 15,00 dan zijn wij daar natuurlijk ook erg blij mee, maar als het niet uw bedoeling is om als donateur te worden geregistreerd, vermeld u er dan bij dat het in dat geval gaat om een gift. U kunt uw gift hier digitaal aan ons overmaken.

Stichting Zwerfdier wordt niet gesubsidieerd door de gemeente en is daarom geheel afhankelijk van fondsenwerving en eigen middelen. Het opvangen en verzorgen van de katten die onze hulp nodig hebben, maar ook onderhoud van het pand, het pachten van de grond en personele lasten kosten veel geld. Al deze kosten moeten worden gehaald uit de opbrengsten van diverse activiteiten.

U kunt op de volgende manieren financieel bijdragen:

• u kunt onze stichting benoemen in uw testament
• u kunt donateur worden
• u kunt een gift doen
• u kunt een kat adopteren
• u kunt geld geven aan de collectant in de collecteweek in Alkmaar en Heiloo
• u kunt reageren op onze voorjaars- of dierendagmailing
• u kunt uw kat in ons pension laten logeren of iets kopen in onze winkel, de winst daarvan gebruiken we voor het asiel

Dit nummer heeft u nodig bij uw belastingaangifte. Het nummer is RSIN 8064.92.417.